De inhoudelijke kwaliteit van de laagbeschrijvingen in DINO Boringen is zeer wisselend.
De gebruikte boormethode en de daaraan gekoppelde manier van monstername oefent invloed uit op de inhoudelijke kwaliteit van laagbeschrijvingen. Booractiviteiten verstoren de aanwezige opbouw van de bodemlagen. Afhankelijk van de boormethode treedt in grote of kleine mate vermenging op van de verschillende grondsoorten. In een gestoken boring, waarbij per meter een ongeroerd bodemmonster wordt genomen, gebeurt dit alleen bij de overgang van de kernen. Maar tijdens een spoelboring vindt een sterke vermenging van de lagen plaats. Bovendien kan de aan het boorwater toegevoegde boorspoeling de kwaliteit van het monster nog verder doen dalen. Om bij een spoelboring tot een verantwoorde lithologische interpretatie te komen, wordt een boorgatmeting uitgevoerd door met elektrische methoden een verticaal boorprofiel te maken.
Ook de manier waarop de monsters zijn beschreven en de vakkundigheid van de beschrijver spelen een belangrijke rol. Het besluit om de laagopbouw van een boring al dan niet uitgebreid te beschrijven, hangt af van het doel van de boring en de daarvoor beschikbare financiƫle middelen. TNO heeft ervaren medewerkers in dienst die beschrijvingen maken volgens een gestandaardiseerde methodiek, de Standaard Boor Beschrijvingsmethode (SBB).