Formatie van Zeeland

Code
CLZL
Status
Formeel (Van Adrichem Boogaert & Kouwe 1994).
Lithologische beschrijving

Voornamelijk lichtgrijze tot bruine en zwarte kalkstenen en middengrijze tot donkerbruine dolomieten. Vaak komen inschakelingen van dunne tot redelijk dikke gespleten kleisteen en vuursteenlagen voor. Richting het oosten neemt het aantal van deze kleistenen geleidelijk toe. In gebieden waar de Formatie van Zeeland door latere erosie is afgesneden, kan het bovenste deel van de formatie sterk gebleekt en vervolgens verkiezeld zijn. In deze gevallen wordt dan ook vaak een aanrijking in organisch koolstof aangetroffen.

Afzettingsmilieu

Marien carbonaatplatform. De afzettingen hebben een transgressief karakter, in tegenstelling tot het over het algemeen regressieve karakter van de bovenliggende Formatie van Epen. Plaatselijk komen sabkha-achtige afzettingen voor. De meeste dolomieten zijn van secundaire oorsprong. Het onderste gedeelte: ondiepe zee met af en toe beperkte circulatie. Middelste gedeelte: meer open ondiep marien milieu, met een afwisseling van carbonaten die net onder of net boven de golfbasis zijn afgezet. Bovenste gedeelte: zowel platform- als hellingafzettingen. Afhankelijk van de paleo-geografische locatie kunnen deze facies inelkaar grijpen.

Definitie ondergrens

Gevormd door het contact met de klastische afzettingen van de Bosscheveld formatie (vroegste Carboon) of de Bollen Kleisteen formatie (Laat-Devoon). De grens met de eerstgenoemde kan geleidelijk zijn (boorgat Kastanjelaan-2), de grens met laatstgenoemde kan discordant zijn (bijv. S02-02). Meer oostwaarts, op de noordelijke flank van het Londen-Brabant Massief, kan de basis van de formatie een discordant contact zijn met gesteente van Midden-Devoon of oudere ouderdom.

Definitie bovengrens

Getrokken waar de kalkhoudende afzettingen overgaan in de fijnkorrelige klastische afzettingen van de basale Formatie van Epen (Limburg Groep). Deze grens kan geleidelijk zijn (boorgat Geverik-1). Echter, op plaatsen waar de overgangslagen afwezig zijn, wordt een scherp discordant contact aangetroffen. Waar sterke post-Carboon erosie heeft plaatsgevonden, kan de Formatie van Zeeland discordant bedekt worden door jongere afzettingen.

Dikte indicatie
Varieert in zuidelijk Nederland van 900 tot 1400 m.
Geografische verbreiding
Regionale correlatie
VK: Zeeland Formation; DUI: Kulm shales; BEL: Carboniferous Limestone Group.
Ouderdom
Viséen.
Holostratotype
Boring:
Diepte (dikte) langs boorgat:
1883 - 2836 m (953 m)
Oorsprong naam
Vernoemd naar de provincie Zeeland.
Vorige benaming(en)
Geen.
Gereviewed door (datum)
Tom van Hoof (2017).
Referenties
Van Adrichem Boogaert, H.A. & Kouwe, W.F.P. 1994. Stratigraphic nomenclature of The Netherlands; revision and update by RGD and NOGEPA, Section B, Devonian and Dinantian. Mededelingen Rijks Geologische Dienst, 50, 1-20.
Citeer als
TNO-GDN ([YEAR]). Formatie van Zeeland. In: Stratigrafische Nomenclator van Nederland, TNO – Geologische Dienst Nederland. Geraadpleegd op [DATE] op https://www.dinoloket.nl/stratigrafische-nomenclator/formatie-van-zeeland.